Algemeen  
Rassen beschrijvingen De aanschaf van een hond De regels bij aanschaf Op zoek naar een fokker Asiel honden Behendigheid Gehoorzaamheid
  Verzorging  
Verzorging algemeen Tanden Vacht Parasieten Ogen Oren Neus Beweging
  Gedrag  
Opvoeding van de hond Socialisatie van pups Erfelijke aanleg van gedrag Leren / conditioneren Probleem gedrag Uw hond alleen thuis Zindelijkheidstraining Trekken aan de riem Deemoedsplassen Bench training Leren apporteren
  Foto & Video
Lara 0 - 11 weken Lara 11 - 13 weken Lara 14 - 17 weken Lara Tot een half jaar Lara Tot één jaar Lara Foto shoot thuis 2007 Lara In de studio 2007 Bo als pup Lara & Bo In de studio 2008 Dogwise Boswandeling Juni 2007 Boswandeling Augustus 2007 Walk-about Vorden 2007 Walk-about Bussloo 2008 Dogwise Zomerspel 2008 Dogwise Zwembad 2008 Video Stop dogfighting Lara & Bo video
 


Pyreneese Herder

pyreneese-herder

Groep Herdershonden en Veedrijvers behalve Zwitserse Sennenhonden
FCI 138
Sectie 1

De geschiedenis van de kleinste Franse Herdershond gaat vele jaren terug. Waarschijnlijk stamt hij af van plaatselijke rassen, en heeft hij tot aan het eind van de negentiende eeuw nooit de hoge valleien van de Pyreneeën verlaten. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de Pyreneese Herder gebruikt als wachthond en boodschapper, en om gewonden op te sporen. In 1936 werd een standaard voor dit ras opgesteld. Verschillende namen werden gebruikt, die de streek van herkomst weerspiegelden, zoals de Labrit, de Landes Herdershond, de Bagnères Herdershond, de Auzun Herdershond, de Arbazzi Herdershond, etc. De Labrit, het grootste en meest rustieke type, met een schofthoogte van 50 tot 55 cm werd in 1935 bijna als een apart ras erkend. Tegenwoordig bestaat de Labrit niet meer; hij wordt nu als een Pyreneese Herder beschouwd. Er bestaan twee variëteiten van dit ras, de zeer algemeen voorkomende langharige variëteit, en de zeldzamere variëteit met gladharige snuit, met kort haar op het hoofd en een korter lichaam dan de langharige variëteit.

Type hond
Herdershonden

Land van herkomst
Frankrijk

Oorspronkelijke naam
Berger des Pyrénées

Andere naam
Pyreneese Herder, Pyreneese Herdershond

Karakter
De Pyreneese Herder met gladharige snuit is minder nerveus, en beter te trainen dan de langharige variëteit. De hond is hyperactief, energiek, heeft een zeer nerveus karakter en moet constant kunnen bewegen. Dit is geen gemakkelijk ras. Deze moedige hond laat zich duidelijk horen, is argwanend ten opzichte van alles wat onbekend is, en is steeds op zijn hoede. Hij heeft een zeer vastberaden baas nodig.

Verzorging
Deze hond is niet geschikt om binnenshuis te worden gehouden. Als hij alleen gelaten wordt, zal hij alles binnen zijn bereik kapot maken. Als hij niet genoeg beweging krijgt, kan hij agressief worden. Eén keer per week borstelen is voldoende.

Gebruik
Vee- en schapenhoeder. Waakhond. Gezelschapshond. Gebruikshond: reddingshond (in puinhopen e.d.), drugshond, explosievenhond.
Hoofd
Driehoekig, als van de bruine beer. Geen duidelijke stop. De langharige vari?teit heeft een vrij korte snuit. De vari?teit met gladharige snuit heeft een langere snuit.

Ogen
Donkerbruin. Zwarte oogranden. Glasogen zijn toegestaan bij honden met een harlekijn of een leikleurige grijze vacht.

Oren
Vrij kort en voorheen dikwijls gecoupeerd. Voor driekwart rechtop gedragen, met de toppen naar voren of opzij gericht.

Lichaam
Het lichaam van de gladharige snuit vari?teit is iets korter dan dat van de langharige vari?teit. Krachtige hals. Diepe, brede borstkas. Hellende croupe. Lange rug.

Ledematen
Twee Hubertusklauwen op de achterbenen. Goed gevormde achterbenen. De voeten van de gladharige snuit vari?teit zijn compacter en sterker gewelfd dan die van de langharige vari?teit.

Staart
Langharige vari?teit: niet te lang, dichte bevedering, laag aangezet en met een haak aan het eind; veel exemplaren werden voorheen gecoupeerd.Textuur tussen geitenhaar en wollig.Gladharige snuit vari?teit: vrij lang, dik haar dat een vederbos vormt, laag gedragen; haak aan het eind; staart ligt in een cirkel als een wiel op de rug als de hond alert is.

Vacht
Langharige vari?teit: lang of halflang, dik, vrijwel vlak of licht golvend; wolliger op croupe en dijen; haar op snuit en kaken valt naar voren. Textuur tussen geitenhaar en wollig. Gladharige snuit vari?teit: dik, vlak, vrij lang en soepel; langer op de staart en rond de hals; hoofd bedekt met kort, fijn haar; kort haar op benen en een broek op de dijen.

Kleur
Langharige vari?teit: min of meer donker fauve met of zonder een mengsel van zwarte haren, soms met witte vlekken op borst en voeten; lichtgrijs met wit op hoofd, borst en benen; harlekijn tinten. Een witte vacht wordt niet toegestaan. Gladharige snuit vari?teit: wit of wit met grijs (das), bleekgele, wolfsgrauwe of tan vlekken op hoofd, oren en basis van de staart. Dassenvacht heeft de voorkeur.

Schofthoogte
Langharige vari?teit Reuen: 40-48 cm.Teven: 38-46 cm.Gladharige snuit vari?teit Reuen: 40-54 cm.Teven: 40-52 cm.

Borstomvang


Gewicht
Beide vari?teiten: 8-15kg.