Algemeen  
Rassen beschrijvingen De aanschaf van een hond De regels bij aanschaf Op zoek naar een fokker Asiel honden Behendigheid Gehoorzaamheid
  Verzorging  
Verzorging algemeen Tanden Vacht Parasieten Ogen Oren Neus Beweging
  Gedrag  
Opvoeding van de hond Socialisatie van pups Erfelijke aanleg van gedrag Leren / conditioneren Probleem gedrag Uw hond alleen thuis Zindelijkheidstraining Trekken aan de riem Deemoedsplassen Bench training Leren apporteren
  Foto & Video
Lara 0 - 11 weken Lara 11 - 13 weken Lara 14 - 17 weken Lara Tot een half jaar Lara Tot één jaar Lara Foto shoot thuis 2007 Lara In de studio 2007 Bo als pup Lara & Bo In de studio 2008 Dogwise Boswandeling Juni 2007 Boswandeling Augustus 2007 Walk-about Vorden 2007 Walk-about Bussloo 2008 Dogwise Zomerspel 2008 Dogwise Zwembad 2008 Video Stop dogfighting Lara & Bo video
 


Poedel dwerg

poedel-dwerg

Alias Poedel Dwerg
Groep Gezelschapshonden
FCI 172
Sectie 2

De Franse benaming "Caniche" vindt zijn oorsprong bij de hond die werd gebruikt voor de jacht op watervogels en die de bijnaam "chien à  cane" of "canichon" (eendenhond) kreeg. Vanwege zijn vacht werd hij ook wel "schaapshond" genoemd. Volgens Buffon is hij van Afrikaanse afkomst en stamt hij af van de Noord-Afrikaanse Barbet, die door de Arabieren werd ingevoerd op het Iberisch Schiereiland, waar hij zou zijn gekruist met de Portugese Waterhond. Van hieruit is hij over geheel Europa verspreid. Zijn stamvaders vinden we terug in Frankrijk. De F.C.I. heeft Frankrijk in 1936 officieel erkend als het land van herkomst van de Poedel. In datzelfde jaar werd een standaard uitgegeven. In 1922 werd in Parijs een Poedelclub opgericht. Het was dus in eerste instantie een jachthond voor waterwild, maar in de zeventiende eeuw werd het onder het bewind van Lodewijk XV een echte "dameshond" of salonhond. Tijdens het bewind van Lodewijk XVI ontstonden de kleine Poedels. Naar gelang de grootte worden er vier typen onderscheiden. De standaard/grote poedel werd op een gegeven moment minder populair dan de kleine Poedels (dwergpoedel en toypoedel). In de negentiende en twintigste eeuw wint hij nog meer aan populariteit. Hij past zich aan alle levensomstandigheden (jacht, circus, showhond, etc.) aan, wat hem de meest verspreide gezelschapshond ter wereld maakt. Door zijn populariteit wordt er jammer genoeg te intensief met hem gefokt, hetgeen de kwaliteit niet ten goede komt. Bij de aanschaf van een poedel moet men dus oplettend zijn.

Type hond
Poedels

Land van herkomst
Frankrijk

Oorspronkelijke naam
Caniche

Andere naam
Poedel

Karakter
Hij is actief, sportief, vrolijk, opgewekt en extravert. Een echte levensgenieter. Erg alert, intelligent en trouw, maar wel over-heersend. Vanwege zijn grote aanpassingsvermogen en zijn sociale en goede karakter is het een zeer geliefde gezelschaps-hond. Hij heeft zijn eigenschappen als jachthond behouden. Hij kan namelijk zeer goed zwemmen en heeft een zeer fijne reukzin. Als hij niet consequent wordt opgevoed, kan hij wel eens moeilijk worden.

Verzorging
Hij voelt zich zowel op het platteland als in de stad thuis. Hij heeft een hekel aan alleen zijn. De Poedel dient dagelijks geborsteld en gekamd te worden. Het is een zeer zindelijke en verzorgende hond. Een of twee maal per maand wassen is aan te bevelen. De conditie van de oren en de ogen moet regelmatig gecontroleerd worden. Elke twee maanden laten trimmen is aan te raden. Er worden verschillende toiletten toegepast zoals "leeuwentoilet", "modern toilet" en "Engels toilet". De Poedel verhaart niet.

Gebruik
Gezelschapshond.
Hoofd
Gedistingeerd, rechtlijnig, in goede verhouding met het lichaam. Licht gewelfde schedel. Uigesproken achterhoofd. Weinig gemarkeerde stop. Rechte neusbrug. Vrij strakke lippen. Kleur van de neusspiegel in overeenstemming met de kleur van de vacht.

Ogen
Amandelvormig, iets schuin geplaatst. Zwart, zeer donkerbruin tot donker amberkleurig naar gelang de kleur van de vacht.

Oren
Vrij lang, langs de wangen afhangend. De punt reikt tot de mondhoeken. Bedekt met golvende en zeer lange haren.

Lichaam
Het lichaam is langer dan de schofthoogte. Stevige, licht gebogen hals. Geen keelhuid. Diepe borst. Korte, niet gewelfde of holle rug. Stevige en gespierde lendenen. Rond, maar niet afhangend kruis. Opgetrokken buiklijn.

Ledematen
Gespierd, stevige botten. Kleine, kort ovale voeten. Gewelfde tenen. Diverse kleuren nagels afhankelijk van de vachtkleur.

Staart
Hoog aangezet. In actie schuin opgeheven.

Vacht
- Gekruld (Krulpoedel): weelderig, fijn van structuur, wollig, goed gekruld. Dicht, dik, van dezelfde lengte, met gelijke krullen. - Draadharig (Koordenpoedel): weelderig, fijn van structuur, wollig, dicht, met duidelijke draden van eenzelfde lengte. Minstens 20 cm lang. (Deze variant komt bijna niet meer voor).

Kleur
Zwart, wit, bruin, grijs en abrikoos. Bruin, grijs en abrikoos moeten effen zijn.

Schofthoogte
28 tot 35 cm.

Borstomvang


Gewicht
Ongeveer 7 kg.