Algemeen  
Rassen beschrijvingen De aanschaf van een hond De regels bij aanschaf Op zoek naar een fokker Asiel honden Behendigheid Gehoorzaamheid
  Verzorging  
Verzorging algemeen Tanden Vacht Parasieten Ogen Oren Neus Beweging
  Gedrag  
Opvoeding van de hond Socialisatie van pups Erfelijke aanleg van gedrag Leren / conditioneren Probleem gedrag Uw hond alleen thuis Zindelijkheidstraining Trekken aan de riem Deemoedsplassen Bench training Leren apporteren
  Foto & Video
Lara 0 - 11 weken Lara 11 - 13 weken Lara 14 - 17 weken Lara Tot een half jaar Lara Tot één jaar Lara Foto shoot thuis 2007 Lara In de studio 2007 Bo als pup Lara & Bo In de studio 2008 Dogwise Boswandeling Juni 2007 Boswandeling Augustus 2007 Walk-about Vorden 2007 Walk-about Bussloo 2008 Dogwise Zomerspel 2008 Dogwise Zwembad 2008 Video Stop dogfighting Lara & Bo video
 


Petit Bleu de Gascogne

petit-bleu-de-gascogne

Groep Lopende honden - zweethonden en verwante rassen
FCI 31
Sectie 1.2

De Bleu de Gascogne is een zeer oud ras dat waarschijnlijk afstamt van de Bloedhond die in de veertiende eeuw in vanuit de Ardennen naar Gascogne werd geïmporteerd door Gaston Phoebus (Graaf van Foix) en vervolgens werd gekruist met de plaatselijke rassen. Henri IV had een meute van deze honden om op wolven en wilde zwijnen te jagen. Van de Bleu de Gascogne bestaan verschillende variëteiten: - De Grand Bleu de Gascogne: de stamvader van alle hedendaagse rassen die bekend staan als honden uit de "Midi" (Zuid-Frankrijk). Baron van Ruble stelde hem voor in Parijs in 1863. In 1925 werd er een club opgericht. De aantallen van deze grootste van alle hedendaagse Franse honden blijven klein. - De Petit Bleu de Gascogne: voortgekomen uit de stam van de Bleus de Gascogne. De populatie stijgt in aantal. - De Griffon Bleu de Gascogne: voortgekomen uit de kruising van een Bleu de Gascogne van gemiddelde grootte met een Griffon met borstelig haar (meer in het bijzonder de Griffon Vendéen). Zijn standaard is gepubliceerd in 1919. Nadat deze variëteit bijna verdwenen was, wordt hij tegenwoordig weer populair. - Basset Bleu de Gascogne: hiervan is de herkomst zeer omstreden. Volgens sommigen zou hij het resultaat zijn van een mutatie, opgetreden bij de Grand Bleu de Gascogne. Volgens anderen zouden de Saintonge Bassets en de Bleu's de Gascogne aan zijn ontstaan hebben bijgedragen. Later werd regelmatig gebruik gemaakt van de grote Basset Vendéen, en zelfs van de Basset Artésien-Normand. Hun aantal is zeer gering, maar sinds twintig jaar is er voor dit ras weer meer belangstelling.

Type hond
Lopende honden

Land van herkomst
Frankrijk

Oorspronkelijke naam
Chien Bleu de Gascogne

Andere naam
Bleu de Gascogne, Chien Bleu

Karakter
Alle variëteiten van de Bleu de Gascogne zijn zeer goede jacht-honden. Een fijne neus, mooi geluid, vurig en onvermoeibaar, past zich goed aan in de meute. - De Grand Bleu de Gascogne: massief, langzaam maar lang volhoudend, zeer fijn van neus, met een zeer luide en zware stem, zeer vastberaden in zijn manier van werken, zich instinctief aansluitend bij een meute of individueel jagend als een speur-hond. Hij wordt gebruikt voor groot wild (ree, wild zwijn) maar ook voor de haas. Hij dient om de honden van de lange jacht nieuwe moed te geven. - De Petit Bleu de Gascogne: levendig en actief, is geschikt voor de jacht op de meeste soorten wild. Hij wordt vooral gebruikt voor de korte jacht met het geweer. De haas is zijn meest geliefde wild. - De Griffon Bleu de Gascogne: verenigt de eigenschappen van zijn beide ouders: neus en geluid van de Bleu, moed en vasthoudendheid van de Griffon. Hij is zeer veelzijdig, is uitstekend geschikt voor het wilde zwijn, maar wordt ook gebruikt voor de korte jacht met het geweer op de haas. Hij jaagt heel goed in een meute en wordt zeer gewaardeerd in moeilijk terrein. - De Basset Bleu de Gascogne: heeft met de Bassethound de mooiste en luidste stem van alle Bassets, is actief en vlug. Hij jaagt uitstekend in een meute. Hij wordt gebruikt voor de korte jacht met het geweer op konijn en haas. Deze honden zijn zacht van karakter, aanhankelijk en zeer gehecht aan hun baas. Een consequente opvoeding is noodzakelijk.

Verzorging
Deze honden zijn niet geschikt voor het stadsleven. Zij moeten op het platteland leven en wanneer zij deel uitmaken van een meute, in een kennel. Zij hebben ruimte en beweging nodig. Zij moeten regelmatig geborsteld worden. De conditie van de oren moet regelmatig gecontroleerd worden.

Gebruik
Jachthond.
Hoofd
Krachtig en lang. Schedel licht gewelfd, niet te groot. Stop weinig uitgesproken. Duidelijke achterhoofdsknobbel. Neusbrug recht of licht gebogen. Droge wangen, tamelijk hangende lippen. Brede neusspiegel.

Ogen
Ovaal. Bruin of donkerbruin.

Oren
Fijn, soepel, enigszins gedraaid, uitlopend in een lichte punt.

Lichaam
Krachtig. Goed ontwikkelde borst. Matig gewelfde ribben. Gespierde vlakke lendenen. Hals van gemiddeld dikte, licht gebogen. Sterk ontwikkelde keelhuid bij de Grand Bleu de Gascogne. Grand en Petit: vrij lange rug. Grand en Griffon: licht schuin aflopende achter-hand.

Ledematen
Gespierd, zwaar skelet. Voeten in de vorm van een licht verlengd ovaal, tenen pezig en goed gesloten.

Staart
Goed aangezet, tamelijk sterk behaard, sabelvormig gedragen.

Vacht
Kort, tamelijk grof en dicht. Bij de Griffon is het hard, ruw en borstelig. Iets korter op het hoofd, vrij zware wenkbrauwen.

Kleur
Geheel gevlekt (zwart en blond), waardoor een lei-steenkleurige zweem ont-staat. Soms kleinere of grotere zwarte vlekken. Meestal twee zwarte vlekken aan elke kant van het hoofd die de oren bedekken, de ogen omgeven en ophouden op de wangen. Zij raken elkaar niet op de top van het hoofd, maar laten daar een witte tussenruimte open. In het midden hiervan bevindt zich vaak een klein, ovale zwarte vlek die kenmerkend is voor dit ras. Twee meer of minder helder roodbruin (tan) gekleurde vlekken die zich boven de wenkbrauwbogen bevinden maken dat de hond er soms uitziet alsof hij vier ogen heeft. Sporen van deze roodbruine kleur bevinden zich ook op de lippen, aan de binnenkant van de oren, op de ledematen en onder de staart.

Schofthoogte
Reu: van 52 tot 60 cm. Teef: van 50 tot 56 cm.

Borstomvang


Gewicht
Ongeveer 25 kg.