Algemeen  
Rassen beschrijvingen De aanschaf van een hond De regels bij aanschaf Op zoek naar een fokker Asiel honden Behendigheid Gehoorzaamheid
  Verzorging  
Verzorging algemeen Tanden Vacht Parasieten Ogen Oren Neus Beweging
  Gedrag  
Opvoeding van de hond Socialisatie van pups Erfelijke aanleg van gedrag Leren / conditioneren Probleem gedrag Uw hond alleen thuis Zindelijkheidstraining Trekken aan de riem Deemoedsplassen Bench training Leren apporteren
  Foto & Video
Lara 0 - 11 weken Lara 11 - 13 weken Lara 14 - 17 weken Lara Tot een half jaar Lara Tot één jaar Lara Foto shoot thuis 2007 Lara In de studio 2007 Bo als pup Lara & Bo In de studio 2008 Dogwise Boswandeling Juni 2007 Boswandeling Augustus 2007 Walk-about Vorden 2007 Walk-about Bussloo 2008 Dogwise Zomerspel 2008 Dogwise Zwembad 2008 Video Stop dogfighting Lara & Bo video
 


Dashond Korthaar Dwerg

dashond-dwerg-korthaar

Aliasses Teckel Dwerg korthaar
Dashond Dwerg korthaar
Groep Dashonden
FCI 148
Sectie

De Dashond wordt in de kynologie ook wel Teckel genoemd. De FCI heeft een hele groep (groep 4) gewijd aan deze jachthond. Er zijn drie variëteiten dashonden: Standaard Dashond, Dwerg Dashond en Kaninchen Dashond. Elke variëteit is in drie typen verdeeld: kortharig (Kurzhaar), langharig (Langhaar) en ruwharig (Rauhhaar).De oorsprong van de Dashond is door de ouderdom van het ras onduidelijk. De kortharige variëteit is de oudste en is waarschijnlijk ontstaan door de kruising van een Bruno de Jura met een Pinscher. Uit de kortharige Dashond zijn de twee andere variëteiten ontstaan. Het type voor de langharige variëteit werd in de zeventiende eeuw vastgelegd. De ruwharige variëteit werd aan het eind van de negentiende eeuw gecreëerd door kruisen van de kortharige Dashond, de Schnauzer, de Dandie Dinmont Terriër en wellicht de Schotse Terriër. De eerste fokstandaard werd in 1879 geschreven. De Deutscher Teckelklub werd in 1879 opgericht. De Standaard Dashond (in het bijzonder de ruwharige) wordt als speurhond voor groot wild, haas en konijn gebruikt, en ook voor jacht onder de grond op vos en das. De Kaninchen Dashond werd speciaal gecreëerd voor de jacht op konijnen. In het begin van de twintigste eeuw ging de voorkeur van fokkers uit naar de kortharige variëteit, maar later werd de langharige variëteit geprefereerd. Tegenwoordig is de ruwharige Dashond het populairst.

Type hond
Dashonden

Land van herkomst
Duitsland

Oorspronkelijke naam
Dachshund ("dashond")

Andere naam
Dwergteckel, Dwerg Dashond, Kaninchen Dashond, Kortharige Teckel

Karakter
De dashond is een robuuste en moedige hond. Hij heeft een groot uithoudingsvermogen en een eigenzinnig karakter. De Dashond is onafhankelijk, strijdlustig, en probeert andere honden te domi- neren. Zijn gewoonte om bij het minste geluid te gaan blaffen maakt hem tot een goede waakhond. De Dashond is aanhankelijk en opgewekt, maar eist veel aandacht op en is vaak jaloers. De kortharige variëteit is het meest energiek, terwijl de ruwharige variëteit een rustiek karakter heeft en het grootste jachtinstinct. De langharige variëteit is de kalmste van de drie. Alle Dashonden moeten van jongs af aan consequent en geduldig worden opgevoed.

Verzorging
De dashond is goed geschikt als gezelschapshond, vooral de langharige variëteit. Deze kleine hond heeft echter veel beweging nodig om geestelijk in balans te blijven. De ruwharige en langharige variëteiten moeten regelmatig worden geborsteld en gekamd.

Gebruik
Jachthond. Waakhond. Gezelschapshond.
Hoofd
Fijn hoofd, langwerpig en smaller naar de neus toe. Licht gebogen schedel, stop niet geprononceerd, smalle en lange snuit. Fijn gevormde neusspiegel, zwart of bruin, afhankelijk van de kleur van de vacht. Zeer goed ontwikkelde kaakbeenderen. Smalle lippen.

Ogen
Middelgroot, ovaal. Roodachtig bruin tot zwartbruin. Glasogen zijn toegestaan bij grijze en meerkleurige dieren.

Oren
Hoog aangezet. Afgerond aan de top en tegen de wangen hangend.

Lichaam
Lang. Gespierde, droge hals, zonder keelhuid. Krachtig, tamelijk prominent borstbeen. Diepe, brede borst. Van voren gezien is de ribbenkast ovaal. Vrij platte ribben. Buiklijn goed opgetrokken. Lange, ronde, compacte croupe, heel licht hellend naar de staart. Laag, lang en compact lichaam. Korte stijve rug. Korte, brede, stevige en licht gewelfde lendenen.

Ledematen
Brede, ronde voeten die iets naar buiten staan. Compacte, vrij sterk gewelfde tenen. Korte, gespierde benen.

Staart
Niet te sterk gebogen en niet te opgewekt gedragen.

Vacht
Vlak en glad.

Kleur
Eenkleurig rood, roodgeel, geel, met of zonder zwarte haren erin. Tweekleurig zwart, bruin, grijs, wit is niet gewenst (een op zich staande kleine vlek is niet diskwalificerend), met tan aftekening boven de ogen, op de zijkant van de snuit, op de voorborst, bovenbenen en voeten, etc. Gevlekt zwart, lichtbruine, lichtgrijze of witte ondergrond met onregelmatige donkerbruine, gele, roodgele of zwarte vlekken.

Schofthoogte
17 tot 37 cm, afhankelijk van de vari?teit.

Borstomvang
30 tot 35 cm.

Gewicht
Minder dan 4 kg bij achttien maanden.